Wil en waarheid
5 maart 2025 – Zoekt en gij zult vinden, klop en er wordt open gedaan. Stiekem hoor ik ook een sinterklaas liedje. Maar dit boek bevat geen sprookjes of gebakken lucht. Het is een verslag van een zoektocht. Deze zoektocht begon in het najaar van 1930 op kasteel Rothenfels. Jongeren gingen 3 dagen aan de slag met geestelijke oefeningen gecombineerd met gymnastische oefeningen, gebed, meditatie, stilte en adem oefeningen. Dit alles gecombineerd met de heilige Mis. Verder zijn er praktische oefeningen zoals spreken en zingen. Ik citeer: ‘… goed spreken en zingen raakt de wortels van de mens; zal hem dus in levende beweging brengen, open en ontvankelijk maken….’
Het is alweer even geleden dat deze parel op de plank ‘nog te lezen’ belande. Niet dat het lezen van dit boek ruimte geeft op deze plank. Maar ok. Dit boek gaat over een groep katholieken die opzoek gaat naar God. Door alles te combineren en de focus te leggen op doen. Allereerst, zo bevat deze uitgeschreven versie van het gesproken woord, we willen leren stil te worden. Wauw. ‘Zwijgen betekent niet de afwezigheid van spreken, maar het levende complement van spreken; de act van de stilte, de houding die luistert, waarin de diepte opengaat en de krachten zich concentreren… We kunnen onze mond stilhouden en daarachter praatziek zijn; we kunnen afzien van het hoorbare woord tot de ander, maar ons innerlijk met hem onderhouden; de gedachten kunnen zwijgen en het hart vol lawaai zijn. Waar het op aankomt, is dat de stilte dieper wordt; dat ons wezen zich steeds dieper vrij maakt in de rust.’
Eerlijk is eerlijk, de brownie is allang op en ik zit hier gewoon stukken over te typen die in dit boek staan. Maar wat een prachtige verwoording van deze ontdekkingsreis. Ik krijg spontaan een voorjaarsgevoel van zinnen als ‘de dag is volgestopt en daardoor wordt hij leeg’, ‘….. het afschuwelijke tegenbeeld van de eeuwigheid, … namelijk de verstarring’ en ‘de adem nu vormt een tussenschakel tussen gedachten en werkelijkheid; een middel van realisering’.
‘Wat is er zachter, stiller dan de groei? De boom maakt geen lawaai. Onhoorbaar veranderen de stoffen uit de donkere aarde in sap, vorm en vrucht. Geluidloos gebeurt het bloeien en rijpen – en wat zouden wij met al onze bedrijvigheid en al het gedaver van acties en organisaties zijn, als de kracht van de groei verdween? God is de levende. Hij nadert, raakt aan en schijnt weg te gaan. Maar daarbinnen is iets ontwaakt. God laat een kiem vallen in het levende; nu begint de groei en zoekt zijn weg.’
Wauw. Voorjaar staat voor de deur en ik doe open.
